|
Kadootje naar Kota Gadang (door Ellen) - 26/09/2004
|
Indonesie
|
Ine en ik gaan wandelen naar Kota Gadang, stad uit, weg af. Na een troep kinderen (Hallo! Hallo!) al in de eerste bocht een vrouw: mau ke mana? We willen naar Kota Gadang, dat is deze weg, toch? Ja, en dan rebbel-rebbel links. Wacht wacht, een oude man wenkt ons en begint door de sawa's te rennen. We volgen voorzichtig: eh... is het hier? Ja ja kom kom.
Na 300 meter toch maar vragen hoe we dat gaan doen. Hij vindt lopen leuk, zegt-ie, hij wil ons wel brengen. En, na een licht twijfelende blik onzerzijds: zonder betalen (die blik moet oerhollands geweest zijn, maar we willen een kater achteraf voorkomen). We stemmen toe. Hij lacht: ik heet Kudung. De tocht is prachtig. We duiken een kloof in, volgen een rivier, rotsen en watervallen, enorme kevers met een soort gewei op hun hoofd (ze kunnen ook vliegen zegt Kudung, brrrr). Na vier keer mijn bergschoenen aan- en uitgedaan te hebben omdat we onze weg elke keer weer aan de andere kant van het riviertje vervolgen, laat ik ze maar uit. Au aan mijn voeten op de spitse stenen. Kaki kota, lacht onze gids. Stadvoetjes. Maar hij is lief, want als Ine me na een half uur haar slippers leent omdat ik dreig op te geven, leent hij haar de zijne. Tidak apa apa.
De tocht leidt langs watervallen naar een zwerm vliegende honden, door Kudung bruut opgeschrikt uit hun slaap. Nog 20 minuten naar Kota Gadang. En dan begint het te regenen. Heel hard tropisch te regenen. Binnen 2 minuten zijn we tot op ons ondergoed doorweekt en maakt het niet meer uit. Ine krijgt last van haar lens en rent ineens als een klimgeit naar boven over de glibberige paadjes. Het dorpje! We kloppen aan bij een zilversmid, daar mogen we zitten en koffie drinken. Hij draait Welcome tot the jungle voor ons (en vraagt me even later wat die tekst eigenlijk betekent). Als het weer droog is, nemen we een opelet terug naar Bukittinggi. Kudung krijgt iets "om sigaretten van te kopen", zoals hij voorstelt en wij al hadden bedacht. Twee oude gebouwen zijn we, met de tocht van de afgelopen twee dagen nog in de benen, maar wel met een brede lach op ons gezicht.
Door onze gastschrijver Ellen
|
|
|